V.I. Lenin
Over Gorki
Hoofdstuk 13


Aan A. M. Gorki

Geschreven op 6 maart 1913. Vanuit Krakau naar Capri gezonden.
Werken, 5de uitgave, deel 48, blz. 170-171.

Waarde A. M.!

Vandaag heb ik het ‘manifest’[1] gelezen...

Dat lijkt wel een volledige literaire amnestie te zijn. U zou moeten proberen terug te komen — na natuurlijk eerst te weten te zijn gekomen of u niet een kool wordt gestoofd wegens de ‘school’[2] e.d. Maar waarschijnlijk zullen ze u daar niets voor kunnen maken.

Ik hoop dat u het niet zo bekijkt dat u de amnestie niet zou mogen ‘accepteren’? Dat zou een onjuist standpunt zijn: in deze tijden kan een revolutionair meer doen vanuit Rusland zelf; onze afgevaardigden zetten hun handtekening zelfs onder de ‘plechtige belofte’.

Maar bij u gaat het niet om een handtekening, maar om het gebruiken van de amnestie. Schrijf me in een paar woorden uw mening en standpunten. U moet hier vast voorbijkomen als u onderweg gaat — het ligt tenslotte op de route!

Als een revolutionaire schrijver de mogelijkheid heeft om vrij in Rusland (in het nieuwe Rusland) rond te wandelen, dan houdt dat ook de mogelijkheid in om later de Romanovs & Co honderd maal harder te treffen...

Hebt u mijn vorige brief ontvangen? Ik hoor namelijk al een hele tijd geen nieuws van u. Bent u wel gezond?

Uw Lenin

PS: Hebt u de brief met het materiaal van N. K. ontvangen?

_______________
[1] Bedoeld wordt de oekaze over een amnestie, die werd uitgevaardigd naar aanleiding van het driehonderdjarige bestaan van het huis Romanov.
[2] Bedoeld wordt de school op Capri, die werd georganiseerd met medewerking en met de middelen van A. M. Gorki.